De nieuwe oldtimerregeling voor de motorrijtuigenbelasting levert de overheid veel minder op dan is begroot. Stichting Autobelangen heeft berekend dat er maar 35 miljoen euro in de schatkist stroomt dit jaar in plaats van de begrote 120 miljoen euro.

Die 120 miljoen was al een bijstelling van de oorspronkelijke 153 miljoen euro.

Het is niet de eerste keer dat het kabinet belastingeffecten uit de duim zuigt, zegt CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt bij BNR. “Ze zitten er zowel bij de accijnzen als bij de oldtimerregeling een factor drie tot vier naast.”

Dat kan geen verrassing zijn, zegt Omtzigt. “Dat roepen we in de Kamer van tevoren: als je dit doet, weet je dat mensen die zomaar drieduizend euro per jaar moeten betalen terwijl ze nog geen duizend kilometer per jaar rijden hun auto gaan schorsen, want dan word je hobby onbetaalbaar. En daar is niet naar geluisterd.”

Nieuwe regels voor motorrijtuigenbelasting

Volgens de nieuwe motorrijtuigenbelasting-regels moeten oldtimers jonger dan 40 jaar weer belasting betalen. Auto’s op benzine die tussen de 26 en 40 jaar oud zijn kunnen gebruikmaken van het kwarttarief van 120 euro per jaar als ze niet worden gebruikt in de winter (tussen 1 december en 1 maart). Auto’s op LPG en diesel moeten tot 40 jaar het volledige tarief betalen.

Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zouden ruim 350.000 oldtimers door de maatregel getroffen worden. Maar in de praktijk blijkt dat bij veel LPG-auto’s de gasinstallatie wordt verwijderd en dat veel eigenaren van dieselauto’s het kenteken schorsen. Daardoor komt er veel minder geld binnen dan begroot door het kabinet.

Lees meer autonieuws op Carros.nl.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl